Symposium Gender is not Sex (or is it?)

Op maandag 25 november zijn Ilona en Aranka afgereisd naar de Randstad voor een bezoek aan het symposium Gender is not sex, dat werd georganiseerd door het Amsterdam UMC. Er waren verschillende sprekers die hun ideeën over gender en geslacht binnen gezondheidsonderzoek aan het publiek voorlegden. De key note speech van het symposium werd gegeven door Dr. Ladan Rahbari (Universiteit Gent) en is de moeite van het vermelden waard!

Dr. Rahbari vertelde ons over de ontwikkeling van het concept gender door de geschiedenis heen en hoe de verhouding tussen gender en geslacht steeds opnieuw veranderde in de wetenschap en de maatschappij. Rahbari poneerde de stelling dat niet alleen gender, maar ook geslacht inmiddels een sociaal construct is geworden. Immers, stelde zij, gender beïnvloedt geslacht tegenwoordig in vrijwel dezelfde mate als dat geslacht gender beïnvloedt.

Een eerste voorbeeld dat Rahbari aanhaalde, was de hoeveelheid voedsel die vrouwen krijgen of kiezen te eten. Vrouwen krijgen over het algemeen minder calorieën binnen dan mannen, omdat vrouwen a) geacht worden om minder eten nodig te hebben en b) vaker diëten dan mannen. Naast de mannelijke en vrouwelijke biologie (zoals genetica en hormonen) bestaat er in deze situatie ook een verschil in een omgevingsfactor, namelijk de hoeveelheid eten. Door deze verschillen in omgevingsfactoren gaan vrouwen lichamelijk nóg sterker verschillen van mannen, vergeleken met een situatie waarin er slechts biologische verschillen bestaan. De gendernorm “vrouwen hoeven minder te eten” versterkt reeds bestaande geslachtsverschillen.

Een tweede voorbeeld dat Rahbari gaf was het verschil in typen sport die vrouwen en mannen beoefenen. Voor mannen is het in de huidige Westerse maatschappij normaal, misschien zelfs een gewenst schoonheidsideaal, om veel spiermassa op te bouwen, terwijl deze norm in minder mate geldt voor vrouwen. Echter, spieropbouwende sporten werken beschermend tegen diverse lichamelijke klachten, zoals osteoporose. Vanwege de vrouwelijke hormoonspiegel ontwikkelen postmenopauzale vrouwen ontwikkelen vaker osteoporose dan mannen. De gendernorm “vrouwen beoefenen geen sport waarbij zij spieren kweken” beïnvloedt wederom een reeds bestaand geslachtsverschil. Dus, beargumenteert Rahbari, de invloed van gender als sociaal construct op geslacht, leidt ertoe dat geslacht uiteindelijk ook sociaal geconstrueerd is.

Al met al maakte dit symposium ons weer duidelijk dat er hard nagedacht moet worden, en meer onderzoek moet worden verricht naar de verhouding tussen gender en geslacht. Vooralsnog blijft de vraag: “Waar stopt geslacht, en waar begint gender?” nog onbeantwoord. Gelukkig weten we wel dat beide concepten een grote rol kunnen spelen en daarom belangrijk zijn om mee te nemen in (gezondheids)onderzoek.