Dennekoeken in Amerongen

Iedereen zal het wel herkennen na anderhalf jaar lockdown, thuiswerken en zoemende beeldschermen op de keukentafel: wat is het fijn om je collega’s weer in het echt te kunnen zien! Op dinsdag 6 juli kwam ons consortium bijeen in het pittoreske Amerongen. Verwelkomd door een vrolijke lantaarnpaal [zie foto] begonnen we de dag met een kop koffie, een Dennekoek [zie foto én beoordeling onderaan van deze streekspecialiteit] en gezellig bijpraten. Het belangrijkste punt op de agenda was het bespreken van de bevindingen van alle deelstudies en hier een rode draad doorheen te schetsen. Naast de (meeste) leden van ons consortium waren ook Carine Stroet van ZonMw en Lilian van De Betekenaar aanwezig. Lilian heeft tijdens de dag in Amerongen onze bevindingen en discussies omtrent het project in beeld gebracht, zodat het complete plaatje letterlijk een mooi en duidelijk plaatje werd 😊

We zitten inmiddels al in de laatste zes maanden van het project, maar wat een mooie en interessante dingen hebben we tot nu toe ontdekt! Voordat we aan ons interdisciplinaire project begonnen was er weinig bekend over de rol van gender in het voorkomen en aanhouden van alledaagse lichamelijke klachten, en in interacties tussen huisartsen en patiënten. Uit een studie van Aranka en haar team uit Groningen bleek bijvoorbeeld dat niet alleen vrouwelijk geslacht, maar ook het hebben van een meer vrouwelijke genderrol een rol speelde in het last hebben van alledaagse lichamelijke klachten. Uit een andere studie kwam dat het vrouwelijk geslacht tevens een ernstig verloop van klachten voorspelde. Interessant genoeg werd in deze studie gevonden dat een vrouwelijk genderrol juist samenhing met minder vaak ernstige, stabiele of toenemende klachten op de lange termijn! De bevindingen uit deze studies laten duidelijk zien dat biologisch geslacht en psychosociale gender los van elkaar invloed kunnen hebben op de gezondheid en symptoom trajecten van mannen en vrouwen. Lees vooral onze BLOGGs over het hebben van alledaagse lichamelijk klachten bij mannen en vrouwen en over het klachtenverloop van mannen en vrouwen. Lilian maakte een prachtige tekening van de gender index die voor deze studies is ontwikkeld voor het meten en analyseren van gender.

Detail uit onze praatplaat, getekend door Lilian Leahy (De Betekenaar).

In Nijmegen lag de focus op de rol van geslacht en gender in interacties tussen huisartsen en patiënten. De projectgroep uit Nijmegen begon met een overzichtsartikel van wetenschappelijke bevindingen van mannelijk en vrouwelijk taalgebruik, want: bestaat dat eigenlijk wel? We vonden dat de meeste studies sinds 2000 weinig tot geen verschillen vonden in de manier waarop mannen en vrouwen communiceren. Wel bleek uit sommige studies dat vrouwen vaker een samenwerkingsgerichte vorm van luisteren en onderbreken gebruikten; een mooie aanleiding voor het nader onderzoeken van onderbrekingen in huisarts-patiëntgesprekken (waar we nu nog mee bezig zijn)! In dit BLOGG lees je meer over de bevindingen uit ons overzichtsartikel naar mannelijk en vrouwelijk taalgebruik.

Ook waren we nieuwsgierig naar of en de manier waarop gender relevant werd gemaakt in de gesprekken tussen huisartsen en patiënten, dus hoe en waarvoor stereotypes van bijvoorbeeld genderrollen werden gebruikt tijdens het medische consult. Uit onze studie bleek dat huisartsen herkenbare voorbeelden van genderrollen gebruiken om medische termen als ‘inspanning’ of ‘stress’ toe te lichten.  Voor het uitleggen van de medische term ‘inspanning’ aan een vrouwelijke patiënt gebruikte de huisarts het voorbeeld ‘als u met de wasmand de trap opsjouwt’. De term ‘stress’ werd door een andere huisarts uitgelegd aan een mannelijke patiënt, waarbij het voorbeeld ‘wanneer je moet knokken tegen gemaskerde mannen’ tevens een verwachting van de mannelijke genderrol suggereert. Het gebruik van zulke voorbeelden is niet goed of fout, maar het is wel belangrijk dat huisartsen zich ervan bewust worden dat deze alledaagse, herkenbare voorbeelden vandaag de dag niet voor alle patiënten even herkenbaar zullen zijn.

Detail uit onze praatplaat, getekend door Lilian Leahy (De Betekenaar).

Nadat alle studies waren besproken, hebben we met elkaar nagedacht over de rode draad. Wat zijn de belangrijkste conclusies, wat kunnen we met de resultaten, en welke vragen roepen de bevindingen nog op? De belangrijkste conclusies van de dag worden door Aranka’s VLOGG mooi samengevat, en zijn tevens te zien op de prachtige praatplaat die getekend is door Lilian Leahy van De Betekenaar. Op dit moment zijn we bezig met de laatste studies van het project: Aranka onderzoekt nog man-vrouwverschillen in het hulpzoeken voor lichamelijke klachten en hoe je geslacht en gender het beste kunt uitvragen in wetenschappelijke studies. Ilona is bezig met de laatste analyses van de onderbrekingen in huisarts-patiëntgesprekken. Onze bevindingen over de rol van geslacht en gender in alledaagse lichamelijke klachten en communcaitie zijn inmiddels verwerkt in een mooie E-learning voor artsen in opleiding van interne geneeskunde. We gaan de laatste maanden van het project in vol goede moed en met hernieuwde energie. En uiteraard houden we jullie op de hoogte via onze BLOGGs!

Eindcijfer voor de Dennekoek: 7.4

“Een gewoon lekkere koek. Ik miste voor een dennenkoek de dennenbeleving.”

“Niet heel bijzonder, maar zeker een lekker koekje in een vrolijke verpakking!”

“Lekker zoet!”

“Ik vond deze koek verrassend lekker. Deze koek heeft een bedrieglijk simpel uiterlijk, wat tot een extra verrassing leidt als je een hap neemt. De brosse structuur samen met het suikerlaagje geeft een verrassend goede en verfijnde smaak. De koek eet ook lekker door. De eekhoorn op de verpakking is mooi maar enigszins verwarrend. Wat heeft de eekhoorn te maken met deze koek? Ook de naam blijft een mysterie. De koek smaakt niet naar dennen maar draagt wel deze naam. Al met al voldoende reden om deze mysterieuze koek een hoog cijfer te geven.”